Stekje: Bouwplaats van de samenleving

Op 6 oktober vond de opening plaats van de nieuwe locatie van Den Haag Wereldhuis aan de Hooftskade 87. Het is in eerste instantie een toevluchtsoord voor de vele duizenden mensen in de stad, die om verschillende redenen geen documenten hebben. Mensen die onze huizen schoonmaken, de afwas doen in de spoelkeuken van restaurants waar wij eten, die in kassen van het Westland werken of als huispersoneel gevangen zitten in één van de statige ambassades. Deel van onze samenleving, maar toch ook weer niet. Want wanneer je geen verblijfspapieren hebt en ‘niet rechthebbend’ bent, wil je niet in een situatie verzeild raken waarin een agent naar je ID vraagt.

‘Als ze geen deel zijn van de samenleving, waar zijn ze dan wel?’ Met die vraag begon hoogleraar publieke theologie Erik Borgman zijn lezing bij de opening van ons nieuwe Wereldhuis. Mensen zonder papieren wonen, leven en werken in onze stad, dragen bij aan onze welvaart, maar moeten verder vooral onzichtbaar blijven. Behalve bij de IND dan ─ daar moeten ze juist hun hele (kwetsbare) leven tot in detail op tafel leggen…

In het Wereldhuis helpen we mensen met juridisch advies en voorlichting, we voeren realistische gesprekken over toekomstperspectief en proberen mensen te helpen om goede keuzes te maken. In samenwerking met anderen faciliteren we medische hulp en voedselpakketten en we geven ook geregeld financiële hulp. Maar altijd ontvangen we mensen met eten en met warmte. Een aantal van onze vrijwilligers weet hoe het is om zonder papieren te leven. En dan je weg te zoeken, je hoofd boven water te houden.

De opening  van de Hooftskade was een middag om niet gauw te vergeten. Net als Borgman onderscheidde de ombudsman van de Gemeente Den Haag, mr. Addie Stehouwer, tussen recht, gerechtigheid en barmhartigheid. Zij sprak over de vraag, hoe de waardigheid van mensen steeds het ijkpunt kan blijven? Ook burgemeester Van Zanen onderstreepte het belang van de menselijke maat. Hij liet in een boodschap weten dat het recht zijn gang moet hebben en niet iedereen een verblijfsvergunning kan krijgen. ‘Toch is de menselijke maat en omzien naar elkaar wat ons als samenleving maakt. Hier ontstaat een plek van warmte, en dat is wat onze stad nodig heeft. Dat is waar Stek voor staat, waar Den Haag Wereldhuis voor staat en waar we ook als stad van vrede en recht voor willen staan.’ Aldus de burgemeester.

Borgman noemt het Wereldhuis dan ook een bouwplaats van de samenleving. Als er een plek is waar ieder mens gezien kan worden, bouw je aan een nieuwe inclusieve samenleving. De gemeenschap die op en rond zo’n bouwplaats ontstaat en langzaam verder groeit, heeft uiteindelijk andere regels nodig en zal uiteindelijk ook leiden tot de opstelling van nieuw recht.

Geraakt en dankbaar fietste ik ’s avonds naar huis. Geraakt door de gemeenschap die hier een plaats heeft, hier groeit en hier ook gevierd wordt. Geraakt door het onrecht en de ellende in de verhalen die werden gedeeld. Maar evenzeer geraakt door de warmte en de veerkracht van de mensen, die deze verhalen vertelden.

En ik voelde me intens dankbaar voor het werk dat we hier kunnen doen. Dankbaar dat zoveel mensen en zoveel organisaties daarbij helpen. Dankbaar voor deze nieuwe plek: zo zichtbaar en transparant voor iedereen, midden in het centrum van de stad. Voor mij is het Wereldhuis zo ook een lichtpunt van de nieuwe wereld, waar ieder mens mag meedoen, waar ieder mens zich gezien en gewaardeerd weet.

Derk Stegeman is secretaris van de Protestantse Diaconie Den Haag en directeur van Stek, stichting voor stad en kerk. Deze tekst verscheen als "Stekje", terugkerend blog, op de website van Stek.

Stekje: Bouwplaats van de samenleving