De basis voor het christelijke ambt van diaken (‘dienaar’) is gelegd in het Bijbelboek Handelingen.
De volgelingen van Jezus gaan na de dood, opstanding en hemelvaart van Jezus van Nazaret hun werk organiseren en taken instellen (Handelingen 6, 1-7). Tot die taken behoren het gebed en de verkondiging, de pastorale zorgen en de armenzorg. Stefanus heet wel de eerste diaken te zijn geweest. Hij werd om zijn volhardend geloof ter dood gebracht (Handelingen 7).
‘De zeven werken van barmhartigheid’ van de Meester van Alkmaar (1504). Rijksmuseum Amsterdam.
In het evangelie is sprake van de werken van barmhartigheid. De evangelist Matteüs noemt er zes: hongerigen voeden, dorstigen laven, vreemdelingen huisvesten, naakten kleden, zieken verzorgen en gevangenen bezoeken (Matteüs 25, 31-46).
In de Middeleeuwen werd als zevende werk van barmhartigheid toegevoegd het begraven van de doden.